Vestigingsklimaat Nederland onder druk

Vestigingsklimaat

Nederland zakte op de World Competitiveness Ranking van plek zes naar plek vier. Volgens VNO-NCW verslechtert het vestigingsklimaat in Nederland al een aantal jaren op rij. Hoe komt dat en wat moet er veranderen?

Nederland had lang de reputatie een gunstig vestigingsklimaat te hebben voor ondernemingen, maar dat is aan het veranderen. Sinds een aantal jaren zakt de populariteit van Nederland op diverse ranglijsten. Hoewel deze ranglijsten vooral over zaken in het verleden gaan, constateert ook VNO-NCW dat Nederland al geruime tijd te kampen heeft met zaken die het vestigingsklimaat onder druk zetten.

Fiscaal

Nederland was voorheen om fiscale redenen interessant voor bedrijven om zich er te vestigen. Lage tarieven, maar vooral regelingen op maat zorgden er voor dat grote multinationals zich graag in de lage landen ophielden. Door het opvoeren van de belastingdruk, denk aan de dividendbelasting, wordt die reden steeds minder relevant.

Onzekerheid

Naast de fiscale veranderingen zijn er diverse ontwikkelingen die het voor multinationals minder aantrekkelijk maken om voor Nederland te kiezen. Het stikstofprobleem is al jaren een hoofdpijndossier voor het kabinet. Dat levert onzekerheid op en bedrijven houden niet van onzekerheid. Daarnaast is er krapte op de arbeidsmarkt, zijn er tekorten aan woningen, is er beperkte ruimte op het stroomnet, zal Schiphol moeten krimpen en zo verder. 

Afzien van

Voorbeelden uit de praktijk zijn er te over: Shell vertrok, Unilever zag af van Nederland, RWE en Uniper hebben geen vertrouwen meer in het Nederlandse vestigingsklimaat, Boskalis dreigt met vertrek en de vestiging van een Amerikaans datacenter ging ook plotseling niet meer door.

Duidelijk en voorspelbaar

Minister van EZK Micky Adriaansens maakt zich zorgen over het vestigingsklimaat. Volgens haar is het de bedoeling dat bedrijven wel degelijk hier blijven en zich hier komen vestigen. Ze steekt echter ook de hand in eigen boezem: volgens de minister is het belangrijk dat het kabinet ‘duidelijker’ en ‘voorspelbaarder’ moet worden.