Import van waterstof zorgt voor veel meer vervoer van ammoniak

Ammoniak

Als de komende jaren fors meer waterstof zal worden geïmporteerd, zal dat leiden tot fors meer transport van ammoniak. TNO, Arcadis en Berenschot waarschuwen dat lokale bezwaren roet in het eten kunnen gooien.

Nederland kan onmogelijk zelf alle waterstof produceren die de komende jaren nodig is. De energiedrager zal dus geïmporteerd moeten worden uit landen met meer zon, wind en ruimte. Waterstof transporteren in de vorm van ammoniak is veel interessanter dan het materiaal in ‘pure’ vorm vervoeren. Tot 2035 zal dat transport vooral per spoor en over het water moeten plaatsvinden. Maar dat leidt ook tot risico’s, waarschuwen de onderzoekers van TNO, Arcadis en Berenschot.

Geen plek

Volgens de onderzoekers moet de Nederlandse regering op korte termijn met een risicovisie komen om de risico’s van het transport in kaart te brengen. Het transport over het basisnet (spoor en water) zou wel eens lastig kunnen worden, omdat er weinig ruimte is voor het vervoer van meer risicovolle stoffen dan er nu al wordt vervoerd. Met andere woorden: er is geen plek meer.

Buisleidingen

Vooral op de trajecten tussen Amersfoort en Bad Bentheim en op de Brabantroute is er weinig ruimte beschikbaar. Vooral die trajecten zouden profiteren van de aanleg van buisleidingen. De aanleg van dit soort leidingen, heeft echter ook te maken met grote hindernissen, zo weten we inmiddels uit ervaring met de buisleidingen naar Chemelot. Het zijn daarbij vooral lokale belangen die de aanleg van dergelijke leidingen lastig maken. Volgens de onderzoekers zou de regering daarom nu al in gesprek moeten treden met decentrale overheden.

Tot net na het millenium reden er overigens meer ‘ammoniaktreinen’ door Nederland. Vanaf 2004 werd het vervoer van dergelijke stoffen per trein door de regering actief ontmoedigd.