Aardwarmte kan gedeeltelijk voorzien in de warmtevraag van de Nederlandse industrie. Hierbij gaat het om warmte met een temperatuur vanaf 180 graden afkomstig van boringen van minimaal vier kilometer diepte. Zes consortia gaan de potentie nu verder onderzoeken
Zeven consortia tekenden in juni 2017 samen met de overheid, EBN en TNO de zogeheten Green Deal Ultradiepe Geothermie (UDG). Doel was om de kennis over ultradiepe aardwarmte in Nederland te vergroten. Hierbij gaat het om warmtewinning op meer dan vier km diepte door boringen. “Sinds de ondertekening hebben de consortia met name gekeken naar de potentie van ultradiepe geothermie in de gebieden waarin ze actief zijn”, zegt Marcel Hoenderdos, woordvoerder van Energie Beheer Nederland. EBN investeert namens de Staat in de opsporing, winning en opslag van gas en olie en houdt zich steeds meer bezig met duurzame vormen van energie, zoals aardwarmte.
Onontgonnen gebied
Ultradiepe geothermie is volgens de woordvoerder nog steeds een onontgonnen gebied omdat er weinig gegevens beschikbaar zijn over de diepe ondergrond. Op deze diepte zijn de temperaturen hoog genoeg om bijvoorbeeld te gebruiken in de industrie waar deze hogere temperaturen nodig zijn.
De eerste proefboring in Nederland op een diepte van 4 kilometer in het Westland door het consortium Trias Westland bleek overigens geen onverdeeld succes. Door de geringe doorlatendheid van de aardlaag kon het water niet omhoog worden gepompt. De boring leverde echter wel een schat aan gegevens op die belangrijk zijn voor andere geothermieprojecten in Nederland. De urgentie voor deze projecten neemt toe. Niet alleen om de klimaatdoelstellingen te halen, maar ook om aan de energietransitie bij te dragen.
Verder investeren
De consortia gaan nu investeren in verdere studies waarbij ze onder meer de structuur van de ondergrond in kaart laten brengen. Hiervoor schakelen ze advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV in. Ook gaan ze boortechnieken onderzoeken, evenals risico-inventarisatie & management en omgevingsmanagement. Alleen als het veilig en verantwoord mogelijk is, en het economisch interessant is zal in de volgende fase worden gestart met de voorbereidingen van een mogelijke boring. EBN verwacht dat deze beslissing pas op zijn vroegst eind 2019 zal vallen.
Extra risico’s
Het Staatstoezicht voor de Mijnen (SodM) wees vorig jaar in een rapport nog op de extra risico’s van ultradiepe boringen. De drukken zijn hoger zijn dan bij conventionele geothermie. Ook is het risico op aardbevingen volgens het SodM hoger dan op conventionele dieptes. In Duitsland en Zwitserland zijn bevingen opgetreden en geothermieprojecten hierom stilgelegd. EBN wijst erop dat alle risico’s, inclusief het risico op aardbevingen, in kaart worden gebracht binnen de Green Deal. Veilig en verantwoord is volgens de organisatie een voorwaarde voor het ontwikkelen van ultradiepe geothermie
Europese projecten
Nederlandse bedrijven spelen overigens een grote rol bij Europese geothermieprojecten. Zo krijgen negen projecten voor geothermische warmte subsidie vanuit GEOTHERMICA – ERA NET COfund. In vijf van de negen projecten is er een Nederlandse partij bij betrokken. Drie van de negen projecten worden door een Nederlandse partner geleid Het investeringsbedrag voor deze projecten is bijna 50 miljoen euro. De partijen binnen de Green Deal zijn ook internationaal betrokken bij onderzoeken die relevant zijn voor utradiepe geothemrie in Nederland.
Lees hier het persbericht van EBN