De cijfers van het eerste kwartaal en van de afgelopen maand zijn weer bekend. We vatten het even voor u samen.

De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in maart 2019, vergeleken met maart 2018 2,5% hoger. De prijsstijging is daarmee hoger dan de stijging van vorige maand (2,1%). De reden is de stijging van de olieprijs: voor producten die uit aardolie gemaakt zijn, wordt gemiddeld 12% meer gerekend dan vorig jaar in dezelfde periode.

De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie werd in de maand april gekenmerkt door de zwakste groei sinds drie jaar. De NEVI spreekt van overcapaciteit in de industrie. In maart 2019 stond de inkoopmanagersindex nog op 52,5. In april daalde die echter naar 52, terwijl Bloomberg eerder nog een daling naar 52,2 voorspelde. Waar niet zo lang geleden nog de voorraden (grondstoffen) in de industrie nog de beperkende factor bleek voor groei, is dat nu niet meer het geval. Achterstanden in leveringen werden de afgelopen maanden snel weggewerkt, terwijl het aantal nieuwe orders beperkt bleef. De werkgelegenheid nam afgelopen maand opnieuw toe.

In Duitsland krimpt de economie sneller dan gedacht. In april kwam de inkoopmanagersindex uit op 44,4, terwijl van te voren 44,5 voorspeld was. De maand er voor werd er een nog lagere index genoteerd: 44,1. Duitsland heeft al langer te kampen met een stagnerende economie.

Ook de Britten doen het niet bijzonder goed, vooral vanwege de onzekerheid rondom de Brexit. De inkoopmanagersindex kwam in april uit op 53,1, wat op zich niet slecht lijkt. Vergeleken met de maand er voor (551,) is de daling in groei toch vrij opmerkelijk. Ondanks de stagnatie in groei, is er nog steeds sprake van groei bij de Britten, waarschijnlijk vooral omdat bedrijven uit voorzorg producten en grondstoffen aan het inslaan zijn. De vraag naar Britse producten uit overzeese landen nam echter af.