Er komt een haalbaarheidsstudie naar de realisatie van een waterstoffabriek bij de kolencentrale van RWE in de Eemshaven. Dat laat RWE-directeur Taco Douma weten. De waterstoffabriek zou naast de kolencentrale moeten komen. De kolencentrale moet uiterlijk in 2030 stoppen met het opwekken van elektriciteit met kolen. Een wetsvoorstel hiervoor is deze maand in de kamer besproken. Kolencentrales stoten namelijk relatief veel CO2 uit. De kolencentrale in de Eemshaven is nog betrekkelijk nieuw: hij is in 2015 geopend. ”Er moet op een verstandige manier afscheid van kolen worden genomen en dat kost tijd,” zegt Douma. RWE wil in 2030 zijn overgeschakeld op het stoken van houtpellets.

RWE dochter Innogy wekt in de Eemshaven al elektriciteit op met windmolens. Probleem is dat deze opgewekte energie niet opgeslagen kan worden. “Waterstof daarentegen is goed op te slaan”, aldus Douma. ”Bovendien is het milieuvriendelijk. Een electrolyser kan met relatief goedkope stroom waterstof maken op momenten dat er veel wind staat. Waterstof kan worden gebruikt voor de verwarming van huizen en voor transport en kan dienen als grondstof in de chemische industrie, waar nu nog veel grijze waterstof wordt benut. Er is een grote behoefte aan groene waterstof.” Er komt bij productie ook warmte vrij. “Onderzoek moet uitwijzen of dat benut kan worden.”

De haalbaarheidsstudie wordt niet alleen gedaan door RWE maar gebeurt samen met Innogy, de windmolenparkeigenaar. De haalbaarheidsstudie gaat enkele tonnen kosten en de eventuele realisatie van de waterstoffabriek mogelijk nog tientallen miljoenen. Ook zou een beroep kunnen worden gedaan op de SDE++ regeling van de overheid. De directeur hoopt bovendien op medewerking van de provincie om uiteindelijk de fabriek te kunnen bouwen. In de herfst van dit jaar moet de studie klaar zijn. Douma voorspelt ook, dat als een nieuwe waterstoffabriek een succes wordt en het prijsniveau het toestaat, mogelijk ook aardgascentrales zouden kunnen omschakelen op waterstof.

RWE is een grote energieproducent ontstaan in de omgeving van Essen. Het heeft een grote hoeveelheid centrales in Duitsland, maar ook gascentrales in Maasbracht en Moerdijk. In Geertruidenberg staat een centrale die draait op kolen maar op dit moment aan het omschakelen is op biomassa.

Douma gaat als directeur over kolen- gas- en biomassacentrales op het continent. Hij is ook een van degenen die moet beoordelen of het zin heeft om de waterstoffabriek te starten. Het onderzoek omvat onder andere of het technisch haalbaar is, of het lukt met de huidige regelgeving (vergunning) en hoe het zit met de concurrentie. Er worden op dit moment in Nederland op meerdere plekken waterstoffabrieken gebouwd. Geld speelt uiteraard ook een rol. “Alles is duurder dan fossiele manieren van stroom opwekken,” zegt Douma. Het is overigens niet het eerste waterstofproject dat RWE heeft. In Lingen (Duitsland) is ook een electrolyser gepland, een fabriek om water te ontleden in zuurstof en waterstof.