Mini-kerncentrales: wanneer en waar komen ze?
Het CDA kwam recent met een actieplan voor mini-kerncentrales in Nederland. Middels deze energiebronnen moeten we op korte termijn een CO2-vrije, onafhankelijke energievoorziening kunnen realiseren. Wanneer en waar komen ze? En wat heeft de industrie er aan?
Door de oorlog in Oekraïne wordt de roep naar een onafhankelijke energievoorziening steeds luider. De torenhoge olie-en gasprijzen maken duidelijk dat fossiele energie niet alleen niet-duurzaam is, maar ook erg onvoorspelbaar. Volgens CDA-kamerlid Henri Bontenbal is het nodig dat er op korte termijn mini-kerncentrales in Nederland kunnen worden gebouwd.
Grote kerncentrales zijn weliswaar veel veiliger dan een paar decennia geleden, maar toch is de maatschappelijke weerstand vrij groot. Bovendien is de realisatie van een kerncentrale een langdurige en dure aangelegenheid. Er is een alternatief: de mini-kerncentrales vallen in de categorie Small Modular Reactors (SMR). Deze reactoren zijn zo compact dat ze op een oplegger passen. De totale fabrieksgrootte neemt vervolgens zo’n twee voetbalvelden in beslag. Daarmee kan tot 300MW opgesteld vermogen worden gerealiseerd.
In het buitenland loopt men al voor op Nederland. In Canada gaat in 2026 de eerste mini-kerncentrale in bedrijf. En in het VK heeft de overheid 250 miljoen euro geïnvesteerd in Rolls Royce, dat SMR’s wil gaan produceren. In 2030 zal daar naar verwachting de eerste centrale operationeel zijn.
SMR’s zijn nu nog duur, maar zodra de kerncentrales in grote getale worden geproduceerd, zal de technologie goedkoper worden. Voor die opschaling is het noodzakelijk dat er internationaal samengewerkt gaat worden. Ook voor het nucleaire afval zal een oplossing moeten worden gevonden.
Voor de industrie zijn SMR’s uitermate interessant. Vooral als stroomvoorziening bij de productie van waterstof zijn SMR’s een slimme backup voor energie uit zon en wind. Volgens Bontenbal zijn de grote industriële clusters dan ook potentiële locaties voor de bouw van de mini-kerncentrales.
In een interview met het AD geeft Chemelot directeur Loek Radix aan dat er een sterke behoefte is aan CO2-vrije stroom. Of er uiteindelijke een SMR op Chemelot kan worden gerealiseerd zal het resultaat moeten zijn van een maatschappelijke discussie en een beslissing door de politiek.
Recenter werd bekend dat het Belgische Nuclear 21, een consortium waar ook Nederlandse partner aan verbonden zijn, een onderzoek gaat uitvoeren naar de kansen van kernenergie in Limburg. Het onderzoek moet dit jaar nog afgerond zijn.
Foto: Rolls Royce