Een aantal Nederlandse bedrijven doet het behoorlijk goed als het om ‘groen’ gaat. Chemsec (International Chemical Secretariat), een Zweedse non-profit organisatie die zich inzet voor het vervangen van toxische chemicaliën voor veiliger alternatieven, heeft vorige week de jaarlijkse ChemScore gepresenteerd, een ranglijst van 35 grote chemiebedrijven.
Criteria
De bedrijven worden op basis van viertal punten beoordeeld: het gebruik van (zeer) zorgwekkende chemicaliën, de ontwikkelingen van veilige alternatieven voor toxische chemicaliën, de transparantie van het bedrijf en het ‘track record’ met betrekking tot incidenten en boetes.
DSM wint
DSM is de grote winnaar van de Chemscore: door onder andere sterk in te zetten op het uitfaseren van zorgwekkende stoffen voor 2025, scoort het bedrijf goed op de ranglijst. Op de derde plaats van de ranglijst staat opnieuw een Nederlands bedrijf: AkzoNobel.
EU presteert beter
Over het algemeen presteren Europese bedrijven beter op de ranglijst dan Aziatische en Amerikaanse bedrijven. Opvallend is geen van de 35 bedrijven volledig inzicht geeft in de productie en het gebruik van chemicaliën in landen waar dat inzicht niet verplicht is (alles buiten de EU en de VS).
Persistent
Veertien van de vijfendertig bedrijven produceren persistente stoffen, een type stof die steeds vaker bekritiseerd wordt. Slechts drie bedrijven scoort meer dan 10 (uit 18) punten op het gebruik van (zeer) zorgwekkende stoffen. Drie andere bedrijven scoren nul punten op deze categorie wat er volgens Chemsec op duidt dat het productportfolio van deze bedrijven ‘vol zit met gevaarlijke stoffen’.
Vier bedrijven lopen volgens de ranglijst voor op de rest als het over de ontwikkeling van ‘groene chemie’ gaat: DSM, AkzoNobel, Sherwin-Williams en LG Chem.
Het volledige rapport is (tegen betaling van 99 euro) hier in te zien.