Hoewel de omzet van de Nederlandse industrie in het tweede kwartaal van 2019 is afgenomen ten opzichte van 2018, is het producentenvertrouwen nog altijd positief. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Dat cijfer kwam in juli 2019 namelijk uit op 3,9. Dat is weliswaar fors lager dan de 6,3 die in juli 2018 werd genoteerd, maar nog altijd veel hoger dan het langjarige (20 jaar) gemiddelde van 1,0.
Producenten zijn dus positief over de verwachte bedrijvigheid. Over orders en voorraden zijn ze echter minder positief. Het meest positief is de textiel- en leerindustrie, gevolgd door de hout, bouw en materialenindustrie. Ook de machinebouwers en leveranciers van elektrotechnische industrie is vrij optimistisch. Zelfs de oil&gas is licht optimistisch. Alleen de transportmiddelenindustrie is zeer pessimistisch, waarschijnlijk vooral door de malaise in de Europese auto-industrie.
Netto zijn er dus meer ondernemers die een groei van hun productie verwachten dan ondernemers die geen groei of zelfs een daling verwachten.
In Duitsland is het producentenvertrouwen inmiddels historisch laag. In 2009 werd voor het laatst een dergelijk laag vertrouwen gezien. De cijfers liegen er ook niet om: de dagproductie van de Duitse industrie kromp in juni met 6% ten opzichte van 2018.
Ook interessant: de nevi inkopersmanagersindex steeg in augustus weer naar 51,6, hetgeen duidt op economische groei.