
De demonstratiefabriek van PolyStyrene Loop B.V. in Terneuzen is 9 maart door de rechtbank in Zeeland-West-Brabant failliet verklaard. De plant startte na een jarenlange voorbereiding in juni vorig jaar met de recycling van polystyreenafval tot nieuw isolatiemateriaal. Onverwachte tegenvallers, zoals gestegen energieprijzen en gevolgen van de pandemie, hebben PolyStyrene Loop financieel de das omgedaan. De curator werkt aan een doorstart.
De PolyStyrene Loop-coöperatie is een non profit organisatie, opgezet door ICL en Synbra Technology. De coöperatie heeft meer dan 70 leden en supporters uit 18 EU-landen, die de gehele waardeketen van polystyreen vertegenwoordigen.
“Met deze demofabriek tonen we aan dat Nederland in Europa een voortrekkersrol kan spelen in de circulaire economie”, gaf Lein Tange, sustainability director bij chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen eerder in Chemie Magazine van de VNCI aan. Samen met Jan Noordegraaf, voormalig directeur van polystyreenproducent Synbra Technology in Etten-Leur, stond hij aan het roer van PolyStyrene Loop.
De twee mannen werkten jarenlang aan hun oplossing voor de grote stroom broomhoudend geëxpandeerd en geëxtrudeerd polystyreenafval (EPS en XPS) die vrijkomt bij de sloop van woningen vanaf de jaren zestig.
Dit bouwpiepschuim werd gebruikt om huizen te isoleren en bevatte uit brandveiligheidsoverwegingen de broomhoudende vlamvertrager HBCD. Deze persistente organische verontreinigende stof (POP) is in Europa sinds 2015 verboden. De oplossing bestond uit een fysisch proces op basis van de CreaSolv-technologie die is ontwikkeld door het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer-IVV en het bedrijf CreaCycle.
Onverwachte tegenvallers
PolyStyrene Loop verklaart op zijn website dat tal van onverwachte tegenvallers, zoals gestegen energieprijzen en gevolgen van de pandemie, de proeffabriek financieel de das hebben omgedaan.
Volgens curator Van Leeuwen was dat niet het enige probleem, schrijft de PZC. “Er kwam te weinig volume aan oud isolatieschuim binnen. Bovendien bleek de verwerking in een fabriek toch iets ingewikkelder dan in een kleine proefopstelling. In een grotere fabriek lopen dingen anders dan verwacht. Het proces moet worden verfijnd.”
De curator onderzoekt of een doorstart mogelijk is. De medewerkers die ontslag is aangezegd, is daarom gevraagd zich beschikbaar te houden voor een eventuele terugkeer. ,,Het is tenslotte gespecialiseerd personeel, maar als mensen elders een baan vinden, moeten we dat respecteren. We zijn in gesprek met verschillende partijen die al bij de proeffabriek betrokken zijn of een doorstart mogelijk is. Er zal geld bij moeten om deze in de basis kansrijke fabriek voort te zetten. Zo’n experiment vraagt gewoon tijd om goed op de rails te krijgen.” Er waren al plannen voor de bouw van een tweede, grotere fabriek in Terneuzen. Die zou 20 tot 25 miljoen euro kosten.