Shell is niet persé tegen CO2-heffing

Gisteren zat Marjan van Loon, president-directeur van Shell aan tafel bij Rob Trip voor het programma ‘Met het oog op morgen’ om te praten over de energie- en industrietransitie. Interessant detail: Van Loon rijdt inmiddels op waterstof.

Van Loon steekt van wal door te vertellen dat haar dagelijkse agenda inmiddels vrijwel volledig in het teken staat van de energietransitie, maar dat we eigenlijk nog maar aan het begin van de transitie staan. “Als we het dan over auto’s hebben: 98% van de auto’s rijdt nog op benzine en diesel, maar we zien wel dat er steeds meer vraag komt naar elektrisch rijden en dan springen we daar dus op in.”

Als Trip vraagt of dát ook de volgorde is, dus eerst wachten op de vraag en dan het aanbod presenteren, reageert Van Loon: “We willen alle klanten kunnen bedienen, maar we laten die klanten ook zien welke stappen ze vooruit kunnen zetten. In de praktijk merken we ook dat grotere industriële klanten ons advies inwinnen. Ze willen stappen zetten op het gebied van duurzaamheid, maar weten niet altijd hoe. Wij springen dan bij met kennis.”

CO2-reductie wordt (straks in het klimaatakkoord) nationaal vastgelegd, maar Shell is uiteraard een internationale speler en moet dus rekening houden met de uitstoot over een groot aantal verschillende landen. Van Loon: “In lijn met het IPCC rapport willen wij als mondiale Shell in 2050 onze CO2-uitstoot hebben gehalveerd. In Nederland moet en kan het veel sneller dan dat: we gaan, na overleg en in samenwerking met de Transitie Coalitie, voor 49% in 2030.

Trip merkt op dat in 2017 en 2018 de CO2-uitstoot niet is afgenomen, maar juist toenam.  Hoe zit dat? “Ja, dat klopt. We moeten dus echt hard aan de bak”, meent Van Loon. “Echter, wij staan niet alleen in deze keten. Wij kunnen niet alleen de energietransitie bewerkstelligen en zullen dus moeten meewerken met onze klanten en partners. Ons tempo wordt dus bepaald door onze klanten. Wel kunnen we die klanten meenemen naar de toekomst. We kunnen die klanten dus de schonere opties voorleggen, bijvoorbeeld bij een tankstation.”

Waarom is er eigenlijk nog geen CO2-prijs, wil Trip weten. “Nou, allereerst betaalt de industrie nu al flink mee”, begint Van Loon. “De industrie gaat 60% CO2 reduceren, tegenover gemiddeld 49% in de andere sectoren. Los daarvan, een CO2-heffing is voor ons best bespreekbaar, onder bepaalde voorwaarden. Bij Shell vinden we dat een marktmechanisme eleganter is dan een planmechanisme. Echter, aan de klimaattafels hebben we kunnen horen dat zo’n CO2-heffing niet voor iedereen bespreekbaar is, simpelweg omdat niet elke partij dat kan dragen.”

Als er een CO2-heffing zou komen, moet dat volgens Van Loon wel slim worden uitgewerkt. “Je moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat als je zoiets in Nederland gaat doen, dat niet conflicteert met het ETS beprijzingssysteem.”

Van Loon is hoopvol dat het concept-klimaatakkoord, dat op dit moment wordt doorgerekend, uiteindelijk -met een paar aanpassingen- in een finaal klimaatakkoord resulteert. “We hebben er jaren ons huiswerk voor moeten doen”, sluit Van Loon af.

Foto: Royal Dutch Shell Group