TenneT en VEMW presenteren plan voor flex op het net

Netbeheerders, industrie en overheid moeten actie ondernemen om het potentieel van industriële vraagsturing te ontsluiten. Dat zeggen TenneT en VEMW in een plan dat recent werd gepresenteerd. De industrie kan een cruciale rol gaan spelen in het voorkomen van energiecongestie en het realiseren van leveringszekerheid.

De komende jaren groeit het aandeel energie uit wind en zee ten koste van het aandeel fossiele energie. Het nadeel van de duurzame energie is dat ze weersafhankelijk is: bij windstille en zonloze omstandigheden is er te weinig energie om te voldoen aan de vraag.

Waar gascentrales vrij gemakkelijk kunnen worden opgeschakeld bij een verhoging van de vraag, is dat bij energie uit zon en wind niet het geval. Als het aanbod van energie niet eenvoudig kan worden verhoogd, zou de vraag tijdelijk verlaagd moeten worden om balans te houden op het net. Er is dus flexibiliteit nodig en daar komt de industrie om de hoek kijken.

Snacks

Veel industriële processen zijn potentieel flexibel. Snacks die in vriescellen op -20 worden opgeslagen, kunnen bij een energieoverschot prima op -30 graden worden bewaard. Op het moment dat energie schaars is, laat men de temperatuur vervolgens weer langzaam oplopen tot -20 graden. Vooral niet-kritische processen lenen zich voor flex op het net. Koelcellen die bijvoorbeeld op exact twee graden moeten worden gehouden, lenen zich niet voor flex.

Het inzetten van industriële flex wordt lucratief voor bedrijven. Flex heeft een waarde: bedrijven die tijdelijk geen stroom afnemen, worden niet alleen gecompenseerd voor de niet afgenomen kilowatturen, maar besparen daarmee ook netto op hun elektriciteitsrekening. Door slim in te spelen op de schommelende elektriciteitsprijzen kunnen bedrijven fors besparen op hun kosten.

Obstakels

Maar voor dat het zover is, moeten diverse obstakels worden overwonnen. Volgens TenneT en VEMW is er inzicht nodig in potentiëlen en verdienmodellen. Industrie, overheid en netbeheerders zullen moeten gaan samenwerken om inzichtelijke te maken hoe en hoeveel er moet worden geïnvesteerd om flex te realiseren. Daarnaast is er meer zekerheid nodig, vooral met betrekking tot de nu sterk fluctuerende prijsspread en met betrekking tot de verdienmodellen. Tenslotte moet ook duidelijk worden of er voldoende netcapaciteit beschikbaar komt voor verdere elektrificatie.