De veiligheidscultuur bij negentien risicovolle bedrijven in het Rijnmondgebied is over het algemeen genomen voldoende. Toch kan en moet het nog beter, stellen TNO en DCMR in een rapport. Vooral in de (petro) chemie valt nog winst te boeken.
TNO voerde in 2012 in samenwerking met DCMR een tweedaags onderzoek uit naar de veiligheidscultuur bij veertien bedrijven in het Rijnmondgebied die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen. Het betrof bedrijven uit de branches raffinaderijen, (petro) chemie, natte bulk en op- en overslag van gevaarlijke stoffen. Het onderzoek is nu herhaald, maar doordat er in 2018 vijf bedrijven zijn toegevoegd aan het onderzoek is ook inzicht verkregen in de veiligheidscultuur bij andere bedrijven in de vier branches.
Herhalingsonderzoek
Het herhalingsonderzoek was gericht op vier doelen: kwaliteit van de veiligheidscultuur bij deze bedrijven; verschillen tussen bedrijven en sectoren; ontwikkelingen in de veiligheidscultuur bij de reeds in 2012 bezochte bedrijven; mogelijke effect van maatregelen die deze bedrijven hebben genomen sinds 2012.
Uit het herhalingsonderzoek blijkt dat de veiligheidscultuur bij de onderzochte bedrijven over het algemeen genomen voldoende is. Bij de bedrijven die in de periode 2012-2018 hun veiligheidscultuur verbeterden zijn investeringen in opleiding en training, het uitvoeren van gerichte veiligheidscultuurprogramma’s en het versterken van het leiderschap de belangrijkste interventies geweest.
Hard bewijs ontbreekt
De Rotterdamse ondernemersorganisatie Deltalinqs benadrukt in een reactie dat hard bewijs voor welke interventies positief effect hebben niet aantoonbaar is op basis van het herhalingsonderzoek. Tevens wijst Deltalinqs erop dat de onderzoekers spreken over een serieuze – doch beperkte – evaluatie van de veiligheidscultuur die geen oordeel inhoudt over de veiligheidsprestaties van een bedrijf.
De drie raffinaderijen Esso, Gunvor en BP scoren volgens de onderzoekers het beste met hun veiligheidscultuur. Bij Emerald Kelama en Shin Etsu ging de veiligheidscultuur daarentegen achteruit. Ook AkzoNobel blijft achter. Huntsman en Shell scoren een stabiel cijfer.
Onduidelijke boodschappen
De onderzoekers stellen verder dat bij een aantal bedrijven het management dubbele en/of onduidelijke boodschappen uitzendt over veiligheid. Daarnaast heerst er tussen management en werkvloer soms een wij-zij cultuur of angstcultuur. Procedures zijn niet altijd eenduidig of worden niet eenduidig opgevat. Verder zijn er soms problemen met het realiseren van tijdige en adequate follow-up van audits en inspecties. Ook is er niet altijd voldoende veiligheidskundige kennis aanwezig is bij de bedrijven.
Verdiepend onderzoek
De resultaten van het onderzoek geven volgens DCMR een duidelijk signaal aan de bedrijven. Zij zijn als eerste verantwoordelijk voor de veiligheid. De provincie gaat met de bedrijven in gesprek en zal hen aansporen de aanbevelingen uit te voeren. Ook gaat de provincie in gesprek met de brancheverenigingen om te bekijken welke rol zij hierin kunnen spelen. Daarnaast komt er een verdiepend onderzoek naar de raffinaderijen in het Rijnmondgebied. Dit onderzoek start in het najaar is naar verwachting begin 2019 afgerond.
Lees hier het persbericht van DCMR en het onderzoek