De uitbreiding van Chemiepark Delfzijl staat op het spel als TenneT en Enexis niet tijdig met een goed energienetwerk op de proppen komen en daarmee de productie van waterstof blokkeren. Dat schrijft de provincie Groningen in een brief aan TenneT en Enexis. De provincie roept de bedrijven op snel een besluit te nemen over de bouw van een verdeelstation op de locatie Heveskes in de Eemsdelta. Op het verdeelstation van de netwerkbeheerders moet energie van windparken op zee worden omgezet in spanning voor bedrijfsmatig gebruik.

Een consortium van Nouryon, GasUnie en vier andere partijen wacht met smart op de voorziening van TenneT en Exexis, meldt het Dagblad van het Noorden. Het wil bij Delfzijl Europa’s grootste waterstoffabriek bouwen. In deze fabriek wordt elektriciteit van windparken omgezet in waterstof. Dat gebeurt met een electrolyser. De waterstof die de fabriek produceert, wordt afgenomen door BioMCN. Dat zet de waterstof weer om in hernieuwbare ethanol.

Investering van tientallen miljoenen euro’s

Nouryon en GasUnie beslissen dit jaar of ze de benodigde investering van vele tientallen miljoenen euro’s willen doen. In januari liet het consortium weten dat het in 2022 de eerste groene waterstof wil produceren. ,,Het te lang uitblijven van een verdeelstation mag geen rem zijn op de ontwikkelingen hier’’, zegt gedeputeerde Nienke Homan. ,,Het is een kwestie van tijdig plannen. De ontwikkelingen op gebied van waterstof gaan sneller dan eerder werd aangenomen.’’

Om het waterstofproject Djewels van GasUnie en Nouryon te kunnen ontwikkelen kreeg het consortium 11 miljoen euro van de Europese Unie en 5 miljoen euro uit het Waddenfonds. Homan: ,,We vertrouwen erop dat TenneT en Enexis op zeer korte termijn de juiste stappen ondernemen. Daarom willen we nu nog niet spreken van een brandbrief. Maar dat er echt wat moet gebeuren om grote ontwikkelingen hier op het gebied van de waterstofeconomie niet te vertragen staat vast.’’

Begrip voor politieke functie brief

De woordvoerder van Enexis benadrukt in een reactie voor ProcessControl dat gezien de goede, nauwe samenwerking en het voorspoedige verloop van de gesprekken met de betrokken partijen (Groningen Seaports, Provincie Groningen) “wat ons betreft deze brief van de provincie niet nodig was, maar wij hebben wel begrip voor de politieke functie van de brief.”

TenneT en Enexis Netbeheer zijn volgens hem zowel op operationeel als op bestuurlijk niveau met Groningen Seaports in overleg. “We hebben concrete afspraken gemaakt om enerzijds volledig transparant te zijn over de initiatieven rondom Delfzijl en de gevraagde elektrische vermogens en anderzijds om van daaruit een aantal alternatieve infrastructuurontwikkelingen op tafel te leggen die deze initiatieven kunnen faciliteren. Daartoe heeft op 13 augustus jl. een constructieve workshop plaatsgevonden tussen Seaports, TenneT en Enexis Netbeheer.”

Bestaande infrastructuur uitnutten

Op basis van de samenwerkingscode elektriciteit zijn TenneT en Enexis Netbeheer voor uitbreiding al in gesprek om een voorkeursoplossing te bepalen die de laagste maatschappelijke kosten met zich meebrengt. “In het bestuurlijk overleg is aangeven dat – willen we snelheid maken – we zoveel mogelijk moeten kijken naar de bestaande infrastructuur. Maatschappelijk gezien heeft het de voorkeur om bestaande infrastructuur uit te nutten alvorens nieuwe infrastructuur te overwegen.”

Op het bestaande station Delfzijl Weiwerd zijn er volgens de woordvoerder vooralsnog voldoende mogelijkheden wat betreft capaciteit om vraag te accommoderen. “Als blijkt dat we daar tegen grenzen aanlopen, dan kunnen we dat ook tamelijk gemakkelijk pareren door het bijplaatsen van transformatoren.” Over twee weken komen de partijen met een gezamenlijk vervolgbericht wat betreft de vorderingen.

Vertrouwen in de ingeslagen weg

Cas König, CEO Groningen Seaports laat weten dat zijn organisatie de inhoud van de brief waarin de provincie de urgentie van voldoende stroomvoorzieningen aangeeft onderschrijft. “Seaports heeft vertrouwen in de ingeslagen weg met de netbeheerders. We gaan ervan uit dat we zullen komen tot een toekomstbestendige oplossing die ervoor gaat zorgen dat de bedrijven met groene ambities worden ondersteund. De uitdaging zit hem vooral in de tijdslijn van de bedrijven die een aansluiting nodig hebben en de bouwtijd van een eventuele uitbreiding.”