De positieve berichten over de Nederlandse industrie zijn minder talrijk dan een jaar geleden, dus laten we maar met het beste nieuws beginnen. Uit de Nevi cijfers blijkt dat de inkoopmanagersindex in september op dezelfde waarde (51,6) uit kwam als in augustus en dat duidt dus op een licht herstel van de bedrijvigheid. De oorzaak: een marginale toename van nieuwe orders.

Ook de werkgelegenheid nam opnieuw toe. Bedrijven hebben dus nog altijd nieuw personeel nodig. Andere economische experts stellen dat het personeelstekort groei in de industrie al jaren in de weg staat.

Dan ander economisch industrienieuws: de afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in augustus 2019 0,8% lager dan in augustus 2018. Dit is de eerste prijsdaling in drie jaar tijd. De ontwikkelingen van de afzetprijzen in de industrie hangen nauw samen met de prijzen van de olie. Dat verklaart ook de hier boven genoemde prijsdaling: in augustus 2018 kostte een vat ruwe olie ruim 16% meer dan een jaar later. In juli was dat verschil tussen 2018 en 2019 nog kleiner: 11%.

De olieprijs heeft (uiteraard) de grootste invloed op de prijsontwikkeling in de oil&gas (-13,6%) en daarna op de chemie (-5,1). De overige sectoren zitten nog steeds in een bescheiden plus (zie onder).

In de VS daalde de inkoopmanagersindex veel harder dan in Nederland. Daar ging de index naar 47,8, het laagst genoteerde getal sinds 10 jaar tijd.

In China gaat het economisch juist zeer goed: in augustus schreven de Chinezen nog 50,4, maar in september werd een zeer positieve 51,4 genoteerd.