Vakmanschap is niet ouderwets

Innovatie

Laatst las ik een advertentie waarin de kreet ‘ouderwets vakmanschap’ voorkwam. Vakmanschap is niet ouderwets en zou dat ook zeker niet moeten zijn. Het kenmerk van een vakman is voor mij zijn streven naar perfectie. Of je het nou hebt over lassen, programmeren of origami, echte kwaliteit krijg je pas als je een goede opleiding volgt, veel oefent en streeft naar perfectie.

Deze perfectie is belangrijk. Zelf ben ik werktuigbouwkundige. Daarom leest u nu een voorbeeld uit mijn eigen vakgebied. Als rotating equipment niet goed is uitgelijnd, is de levensduur vele malen korter dan wanneer dit wel goed gebeurt. Sterker nog, ook als je binnen de normen van sommige uitlijnapparatuur uitlijnt, dan bereik je nog maar de helft van de levensduur die de equipment zou hebben als hij perfect was uitgelijnd. Dezelfde aandacht als voor uitlijning is ook nodig voor balans, aanhaalmomenten, ondersteuning van de voeten, stevigheid van de fundatie, spanning op het leidingwerk en ga zo maar door. De gemiddelde levensduur van een pomp kan in veel bedrijven tien keer zo lang worden, zonder grote investeringen, met alleen ‘ouderwets’ vakmanschap. Vakmanschap zou dus helemaal niet ouderwets moeten zijn, maar helaas hebben we er tegenwoordig wel een groot gebrek aan. Het lijkt dus wél iets van vroeger. Eén van de redenen hiervoor, is dat veel monteurs wel met hun uitlijn­apparatuur kunnen omgaan, maar niet precies weten wat ze aan het doen zijn. Wat is nou het verschil tussen een groen lampje en een rood lampje. Een belangrijkere reden is dat ze vaak niet weten waarom het uitlijnen zo belangrijk is.

Bedrijven besteden te weinig tijd en geld aan het opleiden van hun medewerkers om er echte toppers van te maken

Ik kom nog steeds monteurs tegen die zeggen: ‘Deze pomp hoef je niet uit te lijnen. Hij heeft een flexibele koppeling’ U weet natuurlijk dat dit niet waar is, maar voor de anderen: de flexibele koppeling zal niet zo snel stuk gaan als de uitlijning een beetje verkeerd is, maar de krachten worden net zo hard aan de lagers doorgegeven. Nogmaals: uitlijnen is een voorbeeld. Hetzelfde geldt voor professioneel programmeren en alle andere technische bezigheden. De belangrijkste reden voor het gebrek aan dit soort kennis en vaardigheden is volgens mij echter niet de onwil van de monteurs, maar de onkunde van hun management. Het management gaat er onterecht vanuit dat hun mensen op school of bij vroegere werkgevers alles al geleerd hebben. Bedrijven besteden te weinig tijd en geld aan het opleiden van hun medewerkers om er echte toppers van te maken. Ze waarderen het werk ook te slecht. Het wordt gezien als iets voor ‘handige’ mensen, terwijl je voor veel technische functies veel kennis, inzicht en ervaring nodig hebt. Bovendien geven ze vaak ook nog eens te weinig tijd om het werk goed uit te voeren. Als ik in een ochtendoverleg van een productie-afdeling zit, hoor ik vaak: ‘Waarom heeft die storing zo lang geduurd?’. Ik vind dat je deze vraag nooit mag stellen als manager. Je eerste vraag hoort te zijn: ‘Hoe heb je ervoor gezorgd dat je gegarandeerd veilig kon werken?’ De volgende vraag kan zijn: ‘Hoe heb je gezorgd dat de kwaliteit van je werk gegarandeerd zo goed mogelijk was?’ Door de monteur tien minuten meer tijd te gunnen om zijn of haar werk goed te doen, kan je de levensduur van je equipment jaren verlengen, de veiligheid vergroten en het energieverbruik minimaliseren.

 

Ir. Martin van den Hout • Sr. Managing Consultant Maintenance & Reliability • Agidens Consulting. martin.vandenhout@agidens.com