Enkele jaren geleden kon je het niet over maintenance hebben zonder dat daar het woord ‘predictive’ aan gekoppeld werd. Door de komst van IoT, big data en andere ontwikkelingen waarbij grote hoeveelheden data een rol spelen, zou je denken dat predictive maintenance in een stroomversnelling is terechtgekomen. Maar dat blijkt in de praktijk tegen te vallen. Wouter Verbeek van adviesbureau Berenschot legt uit hoe dat zit.

  1. Wordt er in de procesindustrie nog niet massaal gebruik gemaakt van predictive maintenance? Wouter: “Er zijn nog maar heel weinig partijen die predictive maintenance operationeel hebben. De partijen die wél gebruik maken van predictive maintenance hebben in de regel maar één type asset, bijvoorbeeld partijen die alleen met elektromotoren werken.”
  2. Waar ligt dat aan? Wouter: “Om predictive maintenance goed te kunnen implementeren heb je kennis nodig van faalmechanismen. De crux is dat je de sensordata uit je assets kunt koppelen met kennis over faalmechanismen. Er zijn allerlei methodes om dat te doen, maar een complete data-driven approach, waarbij je bij wijze van spreken de data in één bak gooit en de computer er een model van maakt, dat gaat niet. Ik sluit niet uit dat je over vijftien tot twintig jaar wel op zo’n manier tot een model kunt komen, maar vooralsnog heb je kennis en tijd nodig om tot goede modellen te komen.”
  3. Is het niet zo, net als bij big data, dat er vooral heel veel data is en geen kennis om die data te ‘minen’? Wouter: “Het zit hem vooral in de tijd. Dat vergt een behoorlijke investering. En van die investering weet je ook niet zeker of je hem terug gaat verdienen. Storingen in mechanische onderdelen zijn bijvoorbeeld beter te voorspellen dan in elektronische onderdelen en een investering in een model dat over mechanische onderdelen gaat, verdien je in de regel dus sneller terug.”
  4. Is het uitblijven van predictive maintenance ook niet een typisch voorbeeld van de risicomijdende werkwijze van de procesindustrie? Wouter: “Absoluut. Een onderdeel eerder vervangen, om daarmee te voorkomen dat je een paar maanden later nog een keer een deel van de installatie moet stilleggen om alsnog dat onderdeel te vervangen, dát vindt iedereen een goed idee. Maar het omgekeerde, namelijk een onderdeel bewust níet vervangen, omdat het voorlopig nog niet kapot zal gaan, daar worden mensen nerveus van. Ik denk dat je beide manieren moet kunnen toepassen: eerder als het moet, later als het kan. Dat hoort bij predictive maintenance. Daar moet toch wel een bepaalde cultuuromslag voor plaatsvinden.”
  5. Maar het is toch niet zo dat maintenance stilstaat in de industrie? Wouter: “Zeker niet. Dat de procesindustrie vrij conservatief is, wil niet zeggen dat er niks gebeurt. Ook op het gebied van maintenance zijn er al grote stappen gemaakt. Waar vroeger het onderhoud puur correctief plaatsvond, is nu zeker zo’n 70% van het onderhoud preventief. Ik verwacht dat we eenzelfde verschuiving zullen zien naar predictive maintenance.”

Lees het complete verhaal in Process Control nummer 2.