Ørsted en Yara willen in Sluiskil een waterstoffabriek van 100MW bouwen om groene ammoniak te produceren. Hierin zetten ze opgewekte windenergie van het energiebedrijf om in groene waterstof om er groene ammoniak van te maken. De partijen benadrukken dat overheidssteun essentieel is om het project ook daadwerkelijk te realiseren.

Het project zorgt volgens de bedrijven voor een potentiële CO2 besparing van 100.000 ton CO2. In de electrolysefabriek die op het terrein van Yara in Sluiskil moet verrijzen, kan per jaar 75.000 ton groene ammoniak worden gemaakt. Dat is volgens de PZC ongeveer een tiende van de capaciteit van de grootste van de ammoniakfabrieken in Sluiskil. Yara wil de groene ammoniak gebruiken voor de productie van groene meststoffen. Daarmee kan de voedselketen verder CO2 neutraal worden gemaakt, zegt het bedrijf. In de toekomst kan er mogelijk ook klimaatneutrale scheepsbrandstof worden geproduceerd in Sluiskil.

Overheidssteun

Groene waterstof is het toverwoord in de energieomslag die de industrie (ook die in Zeeland) moet en wil maken. Maar de kosten zijn nu nog aanzienlijk hoger dan die van waterstof die met aardgas wordt gemaakt. Ørsted en Yara geven aan dat naast bedrijfsinvesteringen ook overheidssteun nodig is om op grote schaal groene waterstof te kunnen produceren. De twee bedrijven zoeken daarom publieke cofinanciering om de electrolysefabriek te ontwikkelen en te bouwen. Eind 2021, begin 2022 moet duidelijk zijn of het project haalbaar is.

Meer plannen

Shell, BP, Nouryon en Engie hebben ook plannen voor een waterstoffabriek. Daarnaast spreekt het Havenbedrijf Rotterdam met nog twee andere grote partijen die de bouw van zo’n fabriek overwegen, meldt het FD. De fabrieken die op de tekentafel liggen, zijn onrendabel. Voor 500 MW is er een subsidie nodig van tussen 1 miljard tot 2 miljard euro zo stond in een schatting die het ministerie van Economische Zaken en Klimaat deze zomer met de Tweede Kamer deelde. Met de zeven nieuwe fabrieken die nu gepland zijn, zou de subsidie dus kunnen oplopen tot vier miljard euro.

Realistisch?

De vraag is dan ook hoe realistisch de grootse plannen zijn. ‘Ik plaats mijn vraagtekens bij zoveel fabrieken’, zegt Machiel Mulder, hoogleraar Regulering van Energiemarkten aan de Rijksuniversiteit Groningen in het FD. Want om waterstof te maken hebben die fabrieken stroomoverschotten nodig, en dus hele lage prijzen, anders wordt de elektrolyse onbetaalbaar.

Met steeds meer elektrische auto’s, de aanhoudende bouw van datacenters die stroom slurpen en Nederland dat van het gas af moet, is het volgens Mulder zeer de vraag of er wel een overschot aan stroom zal komen. ‘Windparken worden aanbesteed. Als de prijzen voor stroom echt zo laag zullen worden, dan zal toch niemand meer windparken bouwen?’

Hij heeft berekend dat elektrolyse de eerste twintig jaar niet rendabel wordt. ‘De vraag is of je er dan zoveel geld in moet steken. Als ik dit zeg volgt altijd ”ja, maar”, en krijg ik te horen dat ik te pessimistisch ben over de ontwikkelingen.’ Zijn visie: subsidieer een fabriek, om ervan te leren. ‘Maar doe dit niet grootschalig.’