BMS koopt Celgene voor 74 miljard dollar

Begin dit jaar werd bekend dat Bristol-Meyers Squibb voor 74 miljard dollar het bedrijf Celgene overneemt. Zowel BMS als Celgene zijn farmaceutische bedrijven, gericht op het produceren van medicijnen tegen kanker.

Het is een van de grootste overnames in de geschiedenis van de farmacie. “Als je de schulden van Celgene ook nog meeneemt in de som, kom je zelfs op 90 miljard dollar uit”, legt BNR beurscommentator Rob Jansen in een interview met BNR Nieuwsradio uit. “De gedachte achter de overname is ‘samen ben je sterker’ en dat valt te begrijpen als je naar het afgelopen jaar kijkt. Beide bedrijven hebben het namelijk lastig en hebben te kampen met operationele problemen, vooral als het om de goedkeuring van nieuwe medicijnen gaat.”

Het door BMS geproduceerde kankermedicijn Obdivo is goed voor een kwart van de omzet van het bedrijf. “Maar dat medicijn heeft te maken met concurrentie van een medicijn van concurrent Merck&co. Bij Celgene ligt men onder vuur vanwege een medicijn tegen leukemie dat zo’n 100.000 dollar per persoon per jaar kost, maar dat nu last heeft van de concurrentie met generieke medicijnen waarvan de patenten verlopen zijn. De bedrijven hopen met de overname de aandeelhouders van beide bedrijven tevreden te houden.”

Het is echter maar de vraag of de overname wel zo gunstig is voor de beleggers. Jansen: “De aandeelhouders van Celgene krijgen één aandeel van BMS, plus 50 dollar. Naar aanleiding van dit nieuws daalde de koers van BMS ruim 14 procent, waardoor een aandeel BMS voor Celgene aandeelhouders op 94 dollar uitkomt. Dat is 10 dollar meer dan de huidige koers van Celgene, maar altijd nog minder dan de Celgene koers van een jaar geleden: 102 dollar. De Celgene aandeelhouders zullen dus wellicht de indruk krijgen dat ze door deze overname groeikansen mislopen. Het is dus maar de vraag of de aandeelhouders akkoord zullen gaan met de overname.”