Het op 28 juni gepresenteerde klimaatakkoord is de afgelopen maanden door het PBL doorgerekend om vast te stellen in hoeverre de geplande CO2-reductie van 49% in 2030 kan worden gehaald.

Feitelijk kreeg het PBL een dubbele opdracht: de eerste vraag die diende te worden onderzocht was of het klimaatakkoord een grotere CO2-reductie zou realiseren dan het Ontwerp Klimaatakkoord (OKA). Het antwoord daarop is simpelweg ‘ja’.

De tweede (meer prangende) vraag betreft de geplande 49% in 2030. Wordt dat percentage gehaald met het huidige klimaatakkoord. Dat blijkt niet het geval te zijn. Echter, kijkend naar de cijfers, namelijk een reductie van 43 tot 48%, mag de conclusie worden getrokken dat de geplande 49% wel bijna wordt behaald.

De publicatie van het PBL is de eerste in een serie van ‘policy briefs’ en Klimaat en Energie Verkenningen (KEV)*.

De documenten kunnen via deze link worden gedownload.

* Het Klimaatakkoord is een overeenkomst die operationele invulling geeft aan de eerder aangenomen klimaatwet. Uit het Klimaatakkoord zal vervolgens een Klimaatplan rollen (eind 2019). Dit plan geeft concrete invulling aan de uitvoering van het Klimaatakkoord voor de komende tien jaar. 

Vanaf dit jaar zullen tevens jaarlijks ‘Klimaat en Energieverkenningen’ (KEV) verschijnen. In deze, door het PBL opgestelde rapporten, zal de balans worden opgemaakt over de stand van zaken van de geplande CO2-reductie. In oktober 2019 verschijnt de eerste KEV(bovenstaande publicatie dus). Daarnaast vindt er elke vijf jaar een zogenaamde ‘herijking’ plaats: een heroverweging van de benodigde (aanvullende)maatregelen en instrumenten. Deze herijking is vastgelegd in de klimaatwet. Tenslotte is er nog de Klimaatnota: een kabinetsappreciatie ten aanzien van het doelbereik, met eventueel aanvullende beleidsvoornemens om deze doelen te halen. Deze Klimaatnota verschijnt volgend jaar voor het eerst en daarna jaarlijks.