Een vijfde minder energieverbruik bij betere aandrijfsystemen

“De industrie kan gemiddeld tussen de 15 tot 20 procent energie besparen met betere aandrijfsystemen.” Dat zegt Maarten van Werkhoven, actief als energie-adviseur voor de industrie voor wat betreft energie-efficiency. Daarnaast zet hij zich ook in als intermediair tussen brancheorganisaties, overheid en industrie.

Op 8 maart was de kick-off van het pilotprogramma voor energie efficiënte aandrijfsystemen. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? “Het gaat om de start van het pilotprogramma”, zegt Van Werkhoven. “Het programma is ontwikkeld door de vier partners in het kennisnetwerk KEEA. Het is een samenwerking tussen RVO, Techniek Nederland (de brancheorganisatie van industriële servicebedrijven), de FEDA (Federatie Aandrijftechniek) en de Holland Pompgroep (HPG). Met zijn vieren hebben ze dit programma voor het Ministerie van EZK opgezet. Dit vanuit de wens om voor eind 2020 extra CO2 reductie te realiseren in de industrie. We kunnen bedrijven helpen door een aantal pilots in de industrie uit te voeren die helpen om efficiënte aandrijfsystemen te implementeren. Het programma is ontwikkeld en onlangs gestart. Begin maart was een kick-off voor de bedrijven die audits (korte doorlichtingen) gaan uitvoeren in de industrie.”

De deelnemers zijn eigenlijk de lidbedrijven van de verschillende brancheorganisaties die meedoen. Van Werkhoven: “Als we het hebben over aandrijfsystemen dan moet je denken aan alles wat door een elektromotor wordt aangedreven in de fabriek. Zeker zestig tot zeventig procent van alle elektriciteit in zo’n bedrijf zit hem in elektromotoren en alles wat daar achter hangt, de aandrijfsystemen. We bekijken zo’n audit, waarin we de systemen stapsgewijs doorlichten, en komen met aanbevelingen om elektriciteit te besparen.”

Op dit moment zitten de deelnemers met deze pilot nog in de startfase. “Maar we verwachten dat bedrijven mee gaan doen, ook om een groot aantal van de aanbevelingen te gaan overnemen en toepassen.”

Er is veel belangstelling door bedrijven voor het pilotprogramma, klopt dat? “Dat valt tot op heden niet tegen”, zegt Van Werkhoven. Waarom heet het nu pilot? “Er is destijds tegen het Ministerie gezegd, dat we wel honderdvijftig audits kunnen doen, waarop werd gezegd dat dit wel mooi is, maar laat eerst eens zien dat het werkt. We doen er daarom nu dertig. We doen een soort pilot waarbij we de methodiek beproeven, evenals het enthousiasme testen in de industrie. We moeten ook laten zien dat het resultaat oplevert.” Het heeft allemaal te maken met de reductie van CO2? “Uiteindelijk wel. Primair is het reductie van elektriciteitsverbruik. Dat kun je 1 op 1 vertalen naar CO2 reductie. ”

Volgens Van Werkhoven valt er genoeg te besparen op energie. “Jazeker. Als je kijkt naar de techniek van aandrijfsystemen, dan zijn er veel nieuwe technieken beschikbaar in de markt. Denk aan hoogefficiënte componenten zoals elektromotoren, toerenregeling, transmissies en applicaties  waarmee je je systeem efficiënter kan maken. Daarnaast is het zo dat het aandrijfsysteem bestaat uit verschillende componenten die vaak niet optimaal op elkaar zijn afgestemd.” Waarom gebeurt dat niet op grote schaal? “Dat heeft deels te maken met een aantal nieuwe technieken maar ook met de complexiteit van het geheel. Je praat toch vaak over een groot aantal systemen in een fabriek. Een groot deel staat er al, dat zijn bestaande installaties. Hoe kom je nu zover dat je die installaties en apparaten ook gaat optimaliseren? Daar moet een aanleiding voor zijn.”

Hoeveel procent kun je gemiddeld besparen op elektriciteit of energie? Van Werkhoven: “Als het gaat om die elektriciteit in aandrijfststemen, dan blijkt uit onderzoek dat je tussen grofweg de 15 en 20 procent gemiddeld kunt besparen. Dat je het systeem efficiënter kunt maken. Dit zijn besparingen die zich binnen vijf jaar terugverdienen.” Hij wil wel een slag om de arm houden, omdat het afhangt van het moment van het vervangen. “Doe je dat morgen of op het moment dat er iets vervangen moet worden of kapot is gegaan, dat hangt er een beetje mee samen.”

300 energieverbruikers

Dit initiatief richt zich op de top 300 energieverbruikers. “Ja, we richten ons op de grotere industriële energieverbruikers. Het is ook een beetje aanhakend bij het concept-klimaatakkoord, met de CO2 reductieplannen. 300 bedrijven zijn genoemd die zo’n reductieplan moeten gaan schrijven. Grote energieverbruikers, daar ligt onze grote interesse.”

Van Werkhoven zegt tot slot dat het een mooie kans is voor de industrie, voor de dienstverleners en toeleverende bedrijven om dit op te pakken en hier aan deel te nemen.

Informatie: info@keea.nl