De Telegraaf had afgelopen week de eer om met de kersverse VNCI-voorman Bernard Wientjes op pad te gaan. Wientjes bezocht in zijn nieuwe rol het Rotterdamse bedrijf Organik Kimya, een toeleverancier voor de verf- textiel en leerindustrie.
Directeur van Organik Kimya, Emre Kaya, begon al snel over het tekort aan technisch geschoold personeel. “We moeten voldoende mensen binnen zien te krijgen en tegelijkertijd het talent binnen weten te houden. Daarnaast moeten we er als chemie op letten dat we met het klimaatakkoord en de flexibilisering van de arbeidsmarkt onze concurrentiepositie ten opzichte van bijvoorbeeld Polen niet verliezen. En we hebben ook meer vrouwen nodig in de chemie.”
Wientjes is het met Kaya eens en meent dat er al op de scholen gewerkt moet worden aan het imago van de chemie. En over imago gesproken: “Ik denk dat ik zowel de samenleving als de sector zelf een spiegel kan voorhouden”, zegt Wientjes. “De chemie heeft misschien moeite om vol zelfvertrouwen over zichzelf te praten, zijn toch bèta-mannetjes,” schrijft de Telegraaf.
Over niet al te lange tijd zal er een klimaatakkoord liggen, waarin ook de Nederlandse chemie een rol zal gaan spelen. Wientjes zegt tegen de Telegraaf:”De Nederlandse chemie is al buitengewoon schoon. We moeten onszelf dus niet uit de markt prijzen. Maar voor een goed akkoord hebben we de chemische sector wel nodig. Daarna komt de enerigetransitie. Veel chemische bedrijven zijn nu afhankelijk van gas.”
De redactie van Process Control schuift binnenkort aan bij Wientjes voor een interview met de nieuwe VNCI-voorman.
Bron: Telegraaf
Foto: Link Magazine